top of page

Zomerreeks - week 1 Thuiskomen in jezelf

Wanneer de stilte niet vanzelf komt


Het is zomer. De vakanties zijn begonnen. En ik moet denken aan hoe dat vroeger ging – die laatste weken voor de zomerstop. Toen ik nog werkte bij de bank, of als interimprojectleider, leefde ik vaak toe naar dat ene moment: vakantie. Nog even dit afronden, nog even dat project in de lucht houden, nog één sprint, en dan – eindelijk – rust. Ik had er een romantisch beeld bij. Alsof mijn lichaam en hoofd vanzelf zouden begrijpen dat het tijd was om stil te vallen. Alsof een lege agenda genoeg zou zijn om ook innerlijk ruimte te voelen. Maar zo werkte het niet.


Mijn lichaam was weliswaar gestopt met rennen, maar in mij raasde alles door. Mijn hoofd bleef vol. Gedachten, prikkels, to-do’s die ik toch nog even wilde vangen. Alsof de stilte me pas echt liet voelen hoe onrustig ik vanbinnen was. Dat is het gekke aan vertragen: als je het te lang hebt uitgesteld, komt het niet vanzelf. Je moet jezelf leren landen.


Ik herinner me een middag in Zuid-Frankrijk. De zon brandde op mijn huid, de cicaden zongen alsof het leven zelf sprak, maar ik voelde me opgejaagd. Mijn lijf was daar, in de rust, maar mijn binnenwereld was nog onderweg. Tranen prikten achter mijn ogen en ik wist niet precies waarom. Tot het ineens doordrong: het is niet de buitenwereld die me rust moet geven. Ik was vergeten hoe ik mezelf kon vasthouden.


Later leerde ik dat deze beweging – van onrust naar aanwezigheid – verbonden is met de zuidelijke windrichting. In het kompas waar ik mee werk, staan de vier windrichtingen symbool voor innerlijke processen. Zuid staat voor het voelen. Voor het innerlijke kind in ons, dat verlangt naar nabijheid, veiligheid, zachtheid. Het is de plek waar je mag landen, niet omdat alles af is, maar omdat jij genoeg bent.


Als ik terugkijk op die vakantie, zie ik dat ik toen vooral behoefte had aan nabijheid. Niet aan een oplossing. Niet aan nog een boek over persoonlijke groei. Maar aan een moment van zachtheid. Van gewoon even zijn. Stilte met een arm om me heen.


Vanaf dat moment begon ik langzaam opnieuw te oefenen in thuiskomen. Niet pas als ik weg ben. Niet pas als de mailbox leeg is of de was gedaan. Maar gewoon – hier, in dit moment. Bij mezelf. Mijn voeten op de grond, mijn adem als anker. En steeds weer opnieuw kiezen voor verzachting, ook als het spannend is.


De zuidelijke windrichting herinnert me eraan: rust is geen eindstation. Het is een binnenweg. Een pad naar binnen. En elke keer dat ik de ruimte neem om echt te landen, plant ik een zaadje van thuiskomen. Niet ergens anders. Maar hier – bij mij.



Inspiratietip voor deze week:

Plan deze week één moment waarop je niets hoeft. Geen telefoon. Geen taken. Geen afleiding. Ga liggen of zitten op een plek waar je je veilig voelt. Leg je hand op je buik. Adem in. Adem uit. En stel jezelf zachtjes de vraag:

Wat heb ik nu écht nodig?

Schrijf het op zonder filter. Laat je innerlijke kind even aan het woord.

Opmerkingen


bottom of page